Op naar de Provinciale Statenverkiezingen! - deel 3
De provinciale statenverkiezingen komen er weer aan. Misschien kijk je vol spanning naar deze verkiezing. Misschien ook niet. Bij FUTUR vroegen we ons af: Wat gebeurt er richting de verkiezingen in de provincies? En vooral wat doen de jonge provincieambtenaren in aanloop naar 15 maart? De komende drie weken kun je lezen wat de invloed van de verkiezingen is op het werk van Lotte, Pim, Carlijn, Joppe en Maarten.
Als laatste in onze reeks een interview met drie jonge ambtenaren die werkzaam zijn bij het Interprovinciaal Overleg (IPO). Het IPO is de vereniging van de gezamenlijke provincies. En ook voor het IPO zijn de verkiezingen van groot belang. Daarom gingen wij van FUTUR in gesprek met: Carlijn van Duren, 28 jaar en projectleider verkiezingen/MT-secretaris; Joppe Lieth, 26 jaar en communicatieadviseur; Maarten Bolhuis, 27 jaar en projectsecretaris verkiezingen/secretaris IPO-bestuur.
Welke invloed hebben de provinciale statenverkiezingen op jouw werk?
Carlijn: ‘Het eerste waar ik aan denk is dat wij na de verkiezingen een nieuw bestuur en nieuwe leden van de algemene vergadering krijgen. Dat is afhankelijk van de verkiezingsuitslag en welke Statenleden en gedeputeerden dit in hun portefeuille hebben. Inhoudelijk, voor de inzet van het IPO, heeft het ook gevolgen. Dat is wel lastig te voorspellen.’ Joppe: ‘De inzet van het IPO wordt bepaald door een bundeling van de standpunten van de provincies. Als er straks andere bestuurders zijn dan kan er best veel veranderen, maar dat weten we nu nog niet.’ Carlijn: ‘We kunnen ons ook voorstellen dat het sommige provincies meer tijd kost om een nieuw college te vormen dan in andere provincies. Dat zou betekenen dat het bestuur vanaf maart deels bestaat uit ‘oude’ en uit ‘nieuwe’ bestuurders. De vraag is of dat invloed heeft op het bestuurlijke gesprek tussen de twaalf provincies en daarmee op ons werk.’ Maarten: ‘We gaan natuurlijk gewoon door, de contacten met de provincieambtenaren die blijven. Het Rijk dendert wel voort, dus met die opgaven zullen we verder gaan.’
En tot de verkiezingen?
Maarten: ‘Je merkt wel dat colleges nog even alles op alles zetten om nu nog een aantal zaken af te ronden. Zodat de volgende colleges ook ergens mee verder kunnen. De verkiezingen komen echt dichterbij, dus de druk loopt ook wel op.’ Carlijn: ‘Er zijn straks nieuwe Statenleden, met misschien minder ervaring. We zorgen ervoor dat zij goed weten waarom en op welke dossiers de provincies samenwerken. Bijvoorbeeld door middel van een website met informatie over het IPO en de beleidsthema’s waarop de provincies gezamenlijk acteren, een overdrachtsdossier en door langs te gaan bij de provincies voor informatiesessies. Meer dan ooit staan de provincies aan de lat voor een aantal belangrijke transities in de fysieke leefomgeving. Dit zijn opgaven waar de provincies veel op samenwerken en van elkaar kunnen leren Het is goed als de Statenleden zich daarvan bewust zijn vanaf het begin.’
Welke voorbereiding doe jullie op dit moment voor de verkiezingen?
Carlijn: ‘De twaalf griffiers hebben een initiatief genomen voor een gezamenlijke bewustwordingscampagne: De Provincie Kiest. Deze campagne heeft als doel om de belangrijke keuzes die provincies maken in kaart te brengen en daarmee duidelijk te maken wat zoal de taken van de provincies zijn. Het IPO ondersteunt de campagne. We hebben daarnaast regelmatig contact met de Unie van Waterschappen en het ministerie van BZK om aangehaakt te blijven bij elkaars campagnes.’ Joppe: ‘Deze verkiezingen is het extra belangrijk dat het Provinciale Statenverkiezingen zijn en dat er niet alleen gefocust wordt op de Eerste Kamer. Provincies maken keuzes over de leefomgeving van alle inwoners, ook bij jou om de hoek dus.’ Maarten: ‘Verder zorgen we ervoor dat de ambtelijke voorbereiding goed gaat binnen de provinciehuizen, vanuit het IPO is daarvoor een netwerk opgericht. In dit netwerk kunnen de verkiezingscoördinatoren kennis uitwisselen, bijvoorbeeld over de collegeonderhandelingen of de inwerkdossiers.’
Hoe ervaren jullie de aanloop naar de verkiezingen?
Joppe: ‘Mijn dagelijkse werkzaamheden zijn niet heel anders dan normaal. Ik merk wel dat het debat wat spannender wordt. Er is een bepaalde profileringdrang en de vraag is dan wel: hoe ga je daar mee om in de communicatie? Maar dat maakt het ook wel weer een interessante tijd.’ Carlijn: ‘Ja, het komt nog meer tot leven, ook in de media. Je houd je tijdens je werk bezig met vraagstukken die maatschappelijk relevant zijn en dat merk je tijdens de verkiezingen misschien nog wel meer. Dat werkt motiverend, het voegt waarde toe aan je werk.’ Maarten: ‘Als ik normaal met mijn vrienden over mijn werk praat, haken ze soms snel af. Maar nu met de provinciale verkiezingen zijn ze veel meer geïnteresseerd en stellen ze ook meer vragen aan mij over mijn werk en de verkiezingen.’
Kijken jullie op een andere manier naar de verkiezingen als ambtenaar? Ga je daardoor misschien op een andere manier stemmen?
Carlijn: ‘Ik zie het als twee losse zaken, maar ik wil wel echt tijd nemen om mezelf erin te verdiepen. En ik zie, door mijn werk, wel hoe belangrijk het is om te gaan stemmen.’ Joppe: ‘Ik merk wel dat je steeds meer kennis krijgt over de thematiek en daardoor een beter onderbouwde keuze gaat maken. Je kunt je stem baseren op het werk wat buiten de spotlights gebeurt, terwijl de meeste mensen hun stem vaak baseren op berichtgeving in verkiezingstijd en op debatten.’ Maarten: ‘Ik zie het ook als twee losse dingen. Ons werk gaat over de twaalf provincies, maar stemmen doe je in je eigen provincie. Ik kijk dan naar wat er speelt in de provincie waar ik woon, daar wil ik mijn keuze op baseren.’